Het Nederlands elftal is in de oefeninterland tegen Colombia niet verder gekomen dan een doelpuntloos gelijkspel. Gezien het feit dat Oranje zo'n 55 minuten met een man minder speelde, kan bondscoach Louis van Gaal tevreden zijn met het resultaat. Minder tevreden kan hij zijn met de blessures van Siem de Jong en Rafael van der Vaart, die uit de wedstrijd werd geschopt. 

De eerste helft stond met name in het teken van de rode kaart van Jeremain Lens. Nadat Pablo Armero op zijn voet was gaan staan, reageerde de buitenspeler door Armero bij de keel te grijpen. Lens duwde de Colombiaan vervolgens naar de grond en kreeg de rode kaart van scheidsrechter Florian Mayer. De rode kaart was de inleiding van een verhit duel, waarin vlak voor rust zowel Siem de Jong als Van der Vaart geblesseerd het veld moesten verlaten. Abel Aguilar kwam goed weg toen hij slechts de gele kaart kreeg voor de grove charge op Van der Vaart.

Daarvoor was Nederland aardig aan de wedstrijd begonnen. Van der Vaart raakte de paal en de rebound werd maar net naast het doel geschoven door Siem de Jong. Na ruim een half uur spelen begon Colombia beter in de wedstrijd te komen. Het team van José Pekerman kwam uiteindelijk ook tot scoren, na slordig balverlies van Joël Veltman, maar deed dit vanuit buitenspelpositie.

Colombia kwam goed uit de startblokken, maar na tien minuten ging de Colombiaanse storm weer liggen. Radamel Falcao had toen vanuit een moeilijke hoek geprobeerd te scoren, maar Jasper Cillessen kon redding brengen.

Vervolgens kwam het Nederlands elftal weer beter in de wedstrijd. Met name Memphis Depay speelde een goede invalbeurt, terwijl ook Leroy Fer goed inviel. Laatstgenoemde kreeg tweemaal een mogelijkheid na goed voorbereidend werk van Depay en Luciano Narsingh, maar tweemaal werd het schot van Fer geblokt.

Joël Veltman pikte tegen Colombia zijn debuut mee. In de blessuretijd kwam daar een tweede 

debutant bij. Patrick van Aanholt verving Depay en werd zo de 21e debutant onder Van Gaal in zijn tweede periode.