Voetballers zijn ook mensen. Dat bleek afgelopen weekend eens te meer. NAC Breda kreeg een pak slaag van FC Utrecht (1-5). Na afloop bedankte Uroš Matić – met tranen in zijn ogen – het publiek voor de steun.

Gevarenzone

Om te zeggen dat het niet goed gaat met NAC is een understatement. De Bredanaars staan met tien punten uit veertien wedstrijden op de zeventiende plek. Mocht NAC aan het einde van het seizoen nog altijd op de zeventiende plaats staan, dan moet de Parel van het Zuiden nacompetitie spelen. Dat wil men niet in Breda, aangezien het kwaliteitsverschil tussen de top van de Jupiler League en de kelder van de Eredivisie steeds kleiner is geworden. De afgelopen seizoenen promoveerden onder meer PEC Zwolle, SC Cambuur, Go Ahead Eagles, Willem II en Excelsior. Die teams doen het prima. Bovendien is de top van de Jupiler League – momenteel met teams als NEC Nijmegen en Roda JC Kerkrade – angstaanjagend voor teams als NAC.

Weer verloren

De verliespartij tegen Utrecht betekende voor NAC de vierde nederlaag op rij. Achtereenvolgend waren FC Groningen (0-1), AZ Alkmaar (0-1) en Go Ahead Eagles (0-2) al te sterk voor de Bredanaars. Bovendien was NAC alleen maar negatief in het nieuws geweest wegens het relletje rondom Adnane Tighadouini en Mats Seuntjens. Het duo werd namelijk geschorst door de clubleiding. Het had de mensen in en rondom Breda flink beziggehouden. Ook de spelers van NAC hadden het er moeilijk mee en dat bleek wel tijdens het duel met Utrecht.

De tranen van Matić

Matić was na afloop de enige – samen met Erik Falkenburg – die het publiek ging bedanken. "Het is lastig uit te leggen, want we verloren met 5-1", vertelde een geëmotioneerde Matić voor de camera's van de NOS. "Ik liet de supporters weten dat ze ons geweldig gesteund hebben. Als ik zie dat de supporters me nog steunen na deze nederlaag, dan heb ik het heel moeilijk." Het huilende broertje van Nemanja – voormalig speler van Vitesse en momenteel op de loonlijst bij Chelsea – kan op dit moment alleen maar dromen van eenzelfde carrière. Waar grote broer Nemanja wekelijks met de beste spelers ter wereld samenspeelt, daar moet Uroš het doen met medespelers van een aanzienlijk minder niveau. Dat alleen al is natuurlijk reden genoeg om te huilen. Laten we hopen dat er snel een oplossing komt voor 'de kleine Matić', want voetballen kan de Servische middenvelder wel.

Door: Jurre Hermans