Het Nederlands elftal won vrijdagavond moeizaam van Kazachstan (3-1). Willem van Hanegem begreep weinig van de manier waarop Oranje aan de wedstrijd begon. Hij had het graag anders gezien.

"Ik begreep er niet veel van", vertelt de voormalig middenvelder van Feyenoord in zijn column in het Algemeen Dagblad. "Als de doelman van de Kazakken uittrapte, hadden wij vijf man op een rijtje achterin staan. En waarom stond Nigel de Jong in de basis? Goeie speler, maar zijn kwaliteiten heb je op zo'n avond niet nodig. Alsof er wat te vrezen was, zo stonden we erbij. Oké, er viel een goal van ze, maar dat krijg je er van als je te veel respect voor nobody's hebt."

"Ik was in een 3-3-4 opstelling gestart met Cillessen, dan Van der Wiel, De Vrij en Martins Indi. In het midden had ik Sneijder centraal opgesteld en Afellay en Wijnaldum aan de zijkanten. De voorste linie had van mij uit vier man mogen bestaan met twee man op de flanken en Van Persie en Huntelaar in het centrum. En dan had ik het bij wijze van spreken verboden om de bal breed te spelen."